Vakken

Een vak voor wereldburgers!

Aardrijkskunde is een goede basis voor je algemene ontwikkeling. Je kijkt in je nieuws app of insta stories en je komt aardrijkskunde tegen in bijvoorbeeld het weer, rampen die gebeuren, economische ontwikkelingen, oorlog met vluchtelingenstromen, (duurzame) energie, waterproblematiek, arm en rijk, klimaatverandering, wereldvoedselvraagstukken en ga zo maar door. Aardrijkskunde helpt deze processen te begrijpen.

Aardrijkskunde gaat over verschillende plekken en plaatsen op de wereld. Wat is waar en waarom is dat daar? Wat zie je? Aardrijkskunde zoomt in en zoomt uit. Aardrijkskunde gaat over het echte leven, dat je ‘in het wild’ om je heen ziet. Aardrijkskunde zorgt voor de noodzakelijke plaatsbepaling in een steeds complexere wereld. Aardrijkskunde werkt ook met de atlas en kaarten.

Aardrijkskunde is belangrijk voor werk in de toeristische sector, ruimtelijke ordening, waterbeheer, onderwijs, journalistiek, geologie, milieu, politiek en binnen
allerlei schaalniveaus.

Praktisch:

In 3 mavo krijgen de leerlingen dit vak 3 uur in de week en in 4 mavo krijgen
de leerlingen dit vak 4 uur in de week. Per leerjaar worden er drie hoofdstukken behandeld met verschillende onderwerpen. Leerjaar 3 staat vooral in het teken van praktijkopdrachten gekoppeld aan de theorie.

De onderwerpen voor leerjaar 3 zijn:

  • Arm en rijk: verschillen in welvaart en welzijn op verschillende schaalniveaus: eigen omgeving, Nederland, Europa en verder in de wereld. We behandelen onder andere de Verenigde Staten en Nigeria.
  • Bronnen van energie: energie op verschillende schaalniveaus, Nederland, Europa, voorbeelden in de rest van de wereld zoals Brazilië. Het gaat over het energiegebruik, energieproductie en duurzame energie.
  • Grenzen en identiteit: soorten grenzen, identiteit in België en Nederland. Grenzen, conflicten en oorlogen in andere delen van de wereld.In leerjaar 4 bereiden we ons voor op het examen door middel van theorie en praktijkopdrachten.

De onderwerpen voor leerjaar 4 zijn:

  • Water: water in je eigen omgeving, Nederlandse rivieren en waterproductie in Nederland en water in China en het Midden-Oosten.
  • Bevolking en ruimte: op verschillende schaalniveaus; eigen omgeving, Nederland, Europa en China.
  • Weer en klimaat: we kijken naar het weer en klimaat in Nederland, Spanje en de Verenigde Staten. Weersverschijnselen als tornado’s en orkanen komen aan bod.

Kortom: aardrijkskunde een vak voor wereldburgers!

De kennis over de levende natuur.

Je komt biologie dus overal tegen. Als je naar school fietst, zie je de bomen planten en het gras. Misschien ook wel onkruid. Als je wat later bent, ga je hard fietsen of lopen naar school en merk je dat je ademhaling sneller gaat, maar je hart gaat ook sneller kloppen. Hoe gaat dat in zijn werk? Waarom eten wij? En wat gebeurt er in je lichaam met je voedsel waardoor het zo bruin je lichaam weer verlaat? Wat gebeurt er met de natuur als de mens er rotzooi in dumpt? Dit zijn allerlei onderwerpen die we bij biologie behandelen.

In de onderbouw gaan de biologielessen vooral over de basis van biologie. Je leert met een microscoop werken en je gaat wat kleine plantjes kweken en onderzoekjes doen. Je leert hoe planten groeien en wat ze nodig hebben om te blijven leven, en natuurlijk kijken we naar de bloemetjes en de bijtjes! Je leert ook uit welke organen je lichaam bestaat en waar de organen allemaal voor dienen.

In de bovenbouw gaan we wat uitgebreider op de werking van het lichaam in: de bloedsomloop, ademhaling, vertering en natuurlijk ook de voortplanting en ontwikkeling. Je leert over de 4 rijken in de natuur en waarom ze zo ingedeeld zijn. We zoomen in naar onze bouwsteentjes “de cellen”.

Je gaat ook leren hoe het komt dat je eigenschappen hebt die jouw vader en moeder ook hebben, maar de postbode misschien niet. Dit leer je in het hoofdstuk erfelijkheid, net als hoeveel kans er is op een jongen of een meisje als een vrouw zwanger is en hoe je dat kan uitrekenen. Je leert ook over een theorie die zegt dat er miljoenen jaren geleden nog geen mensen waren, maar wel andere levende wezens zoals dinosauriërs. Dat weten we omdat er fossielen worden gevonden over de hele wereld. Dus in de biologieles heb je ook een stukje geschiedenis; de geschiedenis van het leven op aarde. En denk jij dan dat je van de aap afstamt, of dat we eenzelfde voorouder hebben gehad, of geloof jij in het Bijbelverhaal? Alles komt aan bod.

Naast de theoretische kennis ga je ook practica doen zoals snijpractica waarbij je echt kan kijken hoe sommige organen of planten er van binnen uitzien. We doen kleine onderzoekjes en zijn creatief met het beeldend maken van de lesstof.

Kortom: een vak met veel verschillende onderwerpen en een leuke mix tussen theorie en praktijk!

Ervaar de kunst om je heen.

CKV gaat eigenlijk om bekijken, ervaren en je mening geven van culturele activiteiten zoals muziekconcerten, dans, cabaret, toneel, film, animatie, architectuur en tentoonstellingen in musea, binnen en buiten. Die mening geef je nadat je 4 verschillende culturele activiteiten hebt bekeken. Dus niet op school maar echt naar het theater, bioscoop en museum.Ervaren en er daarna over vertellen in een verslag. Reflecteren heet dat. Daarvoor gebruiken we een boek, Palet genaamd.

Het vak CKV is een vak dat alleen in klas 3 wordt gegeven, het is een verplicht vak voor alle leerlingen en moet via een schoolexamen met een voldoende worden afgesloten in de vorm van het maken van een kunstdossier. In dat dossier begin je met het beschrijven van je eigen culturele zelfportret: Wat doe jij al op het gebied van kunst en cultuur: Houd je van dansen, speel je zelf toneel, doe je een schildercursus of heb je muziekles of zangles. Misschien bezoek je wel eens het theater voor een voorstelling. En ben je wel eens in een museum geweest? Daarna ga je 4 keer zelfstandig op pad voor een culturele activiteit. Van deze activiteiten maak je verslagen die ook in je dossier komen. Je kunt daarbij denken aan het bezoeken van concerten, musicals, musea, het theater of de bioscoop. Onze school biedt in samenwerking met Theater het Voorhuys in Emmeloord ieder jaar een viertal voorstellingen aan waaruit leerlingen er 1 kunnen kiezen. Je zit dan met alle andere gasten naar een voorstelling kijken en ervaren hoe het is om naar het theater te gaan. Daar gaat ’t om bij CKV.

WILLKOMMEN BEI DEUTSCH!!

In de eerste klas heb je een begin gemaakt met het spreken, lezen, luisteren en schrijven van de Duitse taal. In de tweede klas bouw je deze kennis verder uit. Als je Duits kiest, (wat een verstandige keuze is)* ga je in klas 3 en 4 deze kennis toepassen. Zo ga je zelfstandig een persoonlijke brief in het Duits schrijven, jezelf voorstellen aan de hand van een presentatie en Duitse teksten lezen. Natuurlijk heb je hiervoor woordenschat nodig. Hiervoor zetten we digitale leermiddelen in (bijvoorbeeld Quizlet), zodat het leren van woordjes leuker wordt.

Zodat je naast de Duitse taal ook het een en ander over de Duitse cultuur leert, kijken we in de lessen regelmatig naar Duitse videofragmenten (Duitse jeugd-journaals en korte filmpjes) En luisteren we naar Duitse liedjes. Dit alles om de taal op een hoger niveau te leren lezen, luisteren, spreken en schrijven. Kortom: Je leert de Duitse taal echt te gebruiken.

Wat kun je allemaal met de Duitse taal?

  • Duits is de meest gesproken moedertaal in de EU
  • Duitsland is onze belangrijkste handelspartner
  • Met Duits heb je meer kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt
  • Het is voor Nederlanders heel makkelijk om Duits te leren
  • Duitsland is innovatief
  • *Beter nu dan later!

Het aantal scholieren dat Duits kiest is gedaald, maar tegelijkertijd heeft hetGoethe-Institut (het Duitse taal- en cultuurinstituut) in Nederland het aantal aanmeldingen voor taalcursussen Duits zien verdubbelen. Hoe kan dat? Meestal gaat het om mensen die merken dat ze Duits hard nodig hebben in hun werk. Ze merken dat Duits belangrijker is dan ze op het voortgezet onderwijs dachten.

Economie is overal!

Vanaf klas 2 volg je de lessen economie. En dat is belangrijk, want economie is overal om je heen! Tijdens de lessen besteden we aandacht aan de leerstof, maar er is ook altijd een mogelijkheid om over economische zaken te praten. We kijken daarbij ook naar jouw eigen situatie en de keuzes die je daarbij maakt. Heb jij bijvoorbeeld al een baantje? En wat doe je met het geld dat je daarmee verdient?

De economie is een breed begrip. We behandelen tijdens de lessen meerdere onderwerpen zoals de arbeid, het sparen en lenen maar ook over grotere zaken zoals de overheid en de beslissingen die zij nemen. Waarom betalen we eigenlijk belasting en waar gaat dit geld dan naar toe? Ben je het eens over de AOW-leeftijd, die bepaalt dat jij nu tot je 67e zou moeten werken voordat je een uitkering krijgt?

Door de lessen economie te volgen verbreed je dus ook je economische kennis en krijg je een beter beeld van economische keuzes die zijn gemaakt. Later zal je de economie ook vaker en vaker tegenkomen in de keuzes die je moet maken. Koop je later een huis of ga je dit huis huren? En wat zijn dan de voordelen?

Als je kiest voor een baan in de economie kan je meerdere kanten op. Dit zou kunnen betekenen op de financiële administratie, maar ook als eigen baas is het handig economische kennis op te doen. Tijdens de lessen leren we je niet alleen de gesprekken hierover aan te gaan, maar ook de theorie over economie goed te bespreken en de rekenvaardigheden te laten leren die van belang zijn voor het beantwoorden van economische zaken. Zo kan jij goed met cijfers overweg en kom je niet voor vervelende verassingen te staan!

Het vak economie is verplicht in het profiel economie. Daarnaast kun je ervoor kiezen om economie in combinatie met economie en ondernemen te kiezen. Wij hopen dat je na het lezen net zo enthousiast bent geworden over economie, als dat wij zijn.

De eerste stap richting je eigen bedrijf!

In ons land zijn ongeveer 1,85 miljoen eigen bedrijven! Maar hoe zet je nou een goed bedrijf neer en waar moet je aan denken om dit bedrijf een succes te laten zijn?! Bij economie en ondernemen (ofwel; E&O) gaan we hier mee aan de slag!

E&O is een praktisch vak. Dit houdt in dat we veel opdrachten uitvoeren. Daarnaast bespreken we ook in het boek wat belangrijke theorie. Het belangrijkste uit de opdrachten en de theorie zijn de 6P’s. Deze P’s zorgen ervoor dat jij het beste uit je bedrijf kan halen!

Prijs:

Wat is nou een goede prijs voor je product? Maak je hiermee winst en win je met deze prijs van je concurrentie?

Promotie:

Hoe zorg jij ervoor dat je product bekend is bij jouw klanten? In de lessen maken we promotiefilmpjes, posters en andere vormen van reclame. Dit met het doel om naamsbekendheid te krijgen!

Presentatie:

Door een winkelpresentatie loop jij de winkel binnen. Hoe zorg je ervoor dat jij de aandacht van klant in je winkel trekt? Ook hier besteden we aandacht aan in onze opdrachten.

Personeel:

Hoe ga je met personeel om, en hoe sta je als personeel een klant te woord? De klant is koning, maar dat is best lastig als deze geïrriteerd is! We bespreken het verkoopproces tot en met de kassa en het inpakken van het product!

Plaats:

Waar kan je het best een winkel vestigen, en waarom zet je die winkel op die plek? Wat is het voordeel van een plek in de stad? En waarom staan er bedrijven op het industrieterrein?

Product:

Tot slot, wat maakt jouw product beter dan een ander product. Je product kan ook zorgen voor meer verkoop, als het een goede naam heeft. Hoe zorg je hiervoor?

Deze P’s bespreken we door bijvoorbeeld een echte verkoopmarkt op te starten, een eigen restaurantje op te zetten in school en je eigen webshop te ontwikkelen. Door te doen, leer je de praktische kant van de economie verder kennen en start jij in de toekomst misschien wel je eigen bedrijf!

Wereldtaal nummer 1!

Engels wordt 3 of 4 uur lesuren per week gegeven. Je gaat dan bezig met het verder ontwikkelen van de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. Hier is in de onderbouw een basis voor gelegd en in de bovenbouw is het doel dat je de Engelse taal steeds beter beheerst.

We gebruiken de methode All Right. Deze heeft zowel online als offline opdrachten. Er is veel aandacht voor leesvaardigheid. Ook hebben we een vast moment in de week dat er stil gelezen wordt in een boek naar keus. Het Centraal Schriftelijk Examen bestaat op de mavo alleen uit leesvaardigheid, vandaar dat we deze vaardigheid in de 4e klas uitgebreid oefenen.

Geen toekomst zonder geschiedenis!

Geschiedenis krijg je twee uur in de week in klas 1 en 2. Aan het einde van klas 2 kun je het kiezen. In klas 3 heb je dan drie uur in de week geschiedenis. In de 4e klas kun je het kiezen als eindexamenvak en heb je vier uur in de week les.

In klas 1 en 2 gaan we de hele geschiedenis chronologisch door aan de hand van de 10 tijdvakken. Daarna volgt in klas 3 verdieping en verbreding van een aantal onderwerpen uit de laatste tijdvakken. In klas 4 bereiden we je voor op het examen.

Geschiedenis is het vak waardoor je het heden beter leert begrijpen door gebeurtenissen in het verleden. In onze lessen maken we veel en vaak gebruik van actualiteiten.

Ready for the future?

IT betekent “Informatietechnologie”. Bij dit vak leer je hoe computers ingezet kunnen worden op diverse gebieden. We behandelen printmedia, robotica, game-making, webdesign, 3D-tekenen, database en hardware. Ben je technologisch-creatief, dan past dit vak vast goed bij jou!

Waar houd je je mee bezig:

Hardware

Bij het onderdeel hardware, maak je je eigen netwerk. Dit is eenvoudig te doen via filmpjes en je haalt hier super gemakkelijk een hoog cijfer op. Verder is dit onderdeel het enige onderdeel waar je een toets over krijgt.

Robotica

Bij het onderdeel Robotica, bouw je je eigen robot. Supercool toch! Je leert hoe je een robot programmeert en hoe de robot kan reageren op verschillende kleuren, aanraken en op geluid.

Webdesign

Bij het onderdeel webdesign, maak je op 2 verschillende manieren een website. Je gaat aan de gang met de Html codes van websites en zet via die manier je hele eigen website in elkaar.

Dit onderdeel was afgelopen jaar een keuze-onderdeel. Aan het einde van het jaar krijg je de kans om een opdracht naar keuze te maken. Dit kan iets zijn wat je het afgelopen jaar hebt gedaan. Of je kiest bijvoorbeeld voor Ableton.

Games

Bij het onderdeel games ga je je eigen game maken. Super vet! Dit doe je allemaal in het programma Game Salad. Bij deze opdracht krijg je heel veel vrijheid en kun je helemaal je eigen ding doen.

Printmedia

Bij het onderdeel printmedia, begin je met het maken van een ISBN drieslag folder in Indesign. Na de ISBN folder maak je drieslag folder voor een echt bedrijf.

Database

Bij het onderdeel database, heb je 3 opdrachten. Opdracht 1 en 2 maak je uit een boekje en de eindopdracht is het maken van je eigen rooster met het programma Acess

3D-tekenen

Bij het onderdeel 3D-tekenen maak je als eerst een stoomwals. Je begint met het maken van allemaal losse onderdelen. Je maakt die onderdelen met hulp van filmpjes waar in het duidelijk wordt uitgelegd. Als je je stoomwals af hebt maak je nog een zelf bedachte sleutelhanger die je als je wilt nog kan laten uitprinten door de 3D-printer.

Het vak Beeldende vorming wordt in alle leerjaren gegeven. Het gaat bij dit vak om verbeelden; een beeld maken van iets wat je niet altijd met woorden uit kan leggen. We werken met thema’s zoals portret, abstract, landschap, architectuur, stilleven, grafische- en industriële vormgeving. Per thema leer je verschillende beeldaspecten kennen. Vooral door opdrachten te doen. Even wat anders dan leren uit een boek.

Je leert allerlei technieken om je werkstukken te kunnen maken, je leert beter of anders te kijken naar de omgeving om je heen, en je leert je fantasie te gebruiken, zelf oplossingen te bedenken. Dat is in de toekomst bij elk beroep belangrijk. Problemen kunnen oplossen is een veel gevraagde vaardigheid bij bijna alle beroepen waar jullie in je vervolgstudie voor opgeleid worden.

Het kan zijn dat je ontdekt dat je talent hebt. Dat herkennen en benoemen wij als docenten altijd. Soms geloof je het zelf namelijk nog niet helemaal dat er mogelijk een creatieve opleiding en beroep voor jou is weggelegd. Er zijn veel vervolgopleidingen waar je je creatieve kant kunt omzetten in een creatief beroep. In Zwolle kun je o.a naar het CIBAP. Elk jaar zijn er een aantal leerlingen in de vierde klas die toelatingsexamen doen (je zelfgemaakte werk laten zien o.a.) en toegelaten worden. Misschien in de toekomst ook iets voor jou.

Ook als je talent ergens anders ligt, is BV een leuk vak met een goede sfeer.

Waar gaat levensbeschouwing over?

Niet alles in het onderwijs mag draaien om technologie en economie. Levensbeschouwelijke vorming op school kan een bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van jongeren. Daarom is het zinvol dat jongeren in aanraking komen met verschillende levensbeschouwingen. Hoe meer leerlingen leren over verschillende levensbeschouwingen, des te meer begrip er komt voor elkaars “Anders Zijn” en des te sterker zijn ze in staat vorm te geven aan hun eigen kijk op het leven.

Leerlingen moeten we niet alleen voorbereiden op een kennismaatschappij maar ook op een waardensamenleving.

Levensbeschouwing gaat over “De zin van het leven”.

  • Dat wat jij belangrijk vindt
  • Wat je gelooft
  • Wat je de moeite waard vindt
  • Waar je iets voor wilt doen
  • Iets voor over hebt
  • Levensbeschouwing is jouw mening, jouw kijk op het leven
  • Dat wat anderen van je horen en zien.

Leerlingen ontdekken en brengen onder woorden wat de zin van het leven op dit moment is en waarom dat zo is. De mening daarover kan veranderen. Omdat iedereen op verschillende momenten in zijn of haar leven stil staat bij de zin van het leven.

Een levensbeschouwing kan voortkomen uit de godsdienst waarbij je hoort maar dat hoeft niet. Bij een godsdienstige levensbeschouwing (Religie) verbinden mensen hun kijk op het leven met het geloof in een hogere macht, in God. Godsdiensten leggen uit wat de zin van het leven is in verhalen en in leefregels. Als je bijvoorbeeld bij het jodendom, het christendom of de islam hoort dan luister je naar de verhalen en probeer je je te houden aan de regels die bij die godsdienst horen.

Daarom hebben we het bij LEVO ook over deze godsdiensten. Over de symbolen, de rituelen en de geloofspunten die daarbij horen.

Tijdens het schooljaar zijn de lessen lichamelijke opvoeding op verschillende locaties. Wij starten op de atletiekbaan met allerlei verschillende activiteiten zoals speerwerpen, hoogspringen, sprinten. Maar ook bijvoorbeeld voetbal, rugby en softbal.

Na de herfstvakantie gaan we naar binnen. We sporten in de zalen van de Bosbadhal. Hier doen wij heel veel activiteiten. Veel spel, zoals volleybal en basketbal. Maar ook bijvoorbeeld turnen, judo en bewegen op muziek. Je leert er beter bewegen, maar ook samenwerken, zelfstandig werken. We organiseren elk jaar in de zaal ook een sporttoernooi waar je tegen andere klassen strijdt.

Wanneer het weer mooier weer wordt, na Pasen, gaan we weer naar buiten. Ook weer op de atletiekbaan, waar we weer verder gaan met atletiekactiviteiten en verschillende spelen.

We werken in onderbouw niet met cijfers maar met niveaus. Je ziet direct hoe je jezelf kunt verbeteren en waar je aan wilt werken. We letten op niveau van bewegen maar ook op inzet.

In de bovenbouw sluiten we verschillende activiteiten die in het PTA staan en heb je een verplichte Sport Oriëntatie en maak je kennis met sportactiviteiten buiten de gymlessen. Aan het einde van de vierde klas heb je dan een V of een G op je diploma staan.

Tijdens het jaar vinden er ook nog een aantal sportieve evenementen plaats! We gaan bijvoorbeeld zwemmen en schaatsen. Wanneer het lukt, proberen wij ook altijd een dag naar de sneeuw te organiseren.

Vind je het leuk om met sport bezig te zijn en alles wat daar mee te maken heeft, dus ook er over te leren? Dan kun je kiezen voor Lichamelijke Opvoeding 2 (LO2). Het maakt niet uit welk vakkenpakket je kiest en of je hierna naar het MBO of havo wilt. Het is een mooie voorbereiding voor opleidingen bijvoorbeeld richting politie, sportleider/trainer en veva.

Bij dit vak leer je beter bewegen en kijk je naar anderen hoe zij bewegen. Samen probeer je naar een hoger niveau te komen. Je coacht en gaat leidinggeven in sport en bewegen. Ook leer je achtergronden van verschillende sporten kennen. Je gaat dieper in op de onderdelen die je bij LO doet, maar je gaat ook nieuwe dingen ervaren en je reanimatiediploma halen. Zo ga je namelijk een dag op wintersport en ga je de sportschool in. Ook moet je een sportstage lopen.

Vorm je eigen mening.

Maatschappijleer/burgerschapsvorming is een examenvak dat iedere leerling in het vmbo volgt en waarvoor je alleen een schoolexamen aflegt. Voor de leerlingen op de Bonifatius mavo betekent dit dat je in klas 4 drie uur per week maatschappijleer hebt. In die drie uur lopen we aan de hand van 8 onderwerpen de opgegeven examenstof door.

Je vormt een mening over de samenleving en leert je mening goed onderbouwd uiten. Samen ga je aan de slag met de wereld om je heen. De wereld te begrijpen, te bekritiseren en er invloed op uit te oefenen.

De stof wordt getoetst in examenonderdelen (PTA’s), die bestaan uit 3 SE-toetsen en een grote praktische opdracht (PO), daarnaast moet je een maatschappelijke stage doorlopen hebben voor dit vak. Het eindresultaat van deze 5 onderdelen samen met een voldoende afgeronde maatschappelijke stage, komt als cijfer terug op je diploma en telt in de examenregeling mee als compenserend vak voor de andere 6 examenvakken die je op het VMBO hebt.

Bij nask-1 leer je over de natuur maar niet over de levende natuur, zoals bij biologie. Nask-1 gaat bijvoorbeeld over licht. Je kunt hierbij denken hoe een lens werkt die in je mobiel zit. Verder onderwerpen die zo al aan bod komen zijn geluid en elektriciteit. Bij geluid leer je hoe een versterker van je speaker werkt en hoe hard je een oortje mag zetten. Bij elektriciteit leer je waarom je lader van je mobiel niet ontploft als je deze in het stopcontact stopt. Naast de theorie doen we ook proefjes om te onderzoeken hoe bepaalde zaken werken.

Naaste deze leuke onderwerpen die nask-1 te bieden heeft moet je wel kunnen rekenen bijvoorbeeld het omrekenen van kilometers naar meters.

Wanneer je over nask-2 hebt denk je gelijk aan proefjes doen en ontploffingen. Bij nask-2 doe je wel veel proefjes, maar je mag helaas geen ontploffingen doen. Je mag wel met een brander werken en stoffen verbranden.

Naast proefjes doen ga je natuurlijk ook bezig met de theorie. De onderwerpen die zoal bij nask-2 aanbod komen zijn: schoonmaakmiddelen en de werking ervan. Hierbij kijk je hoe zeep werkt en voor schoonmaakmiddel je gebruikt voor welke vlek en waarom dat zo is.

Daarnaast staan we ook nog stil bij scheiding van mengsels. Hierbij kijk je bijvoorbeeld naar filtreren zoals bij koffie zetten. Maar ook naar destilleren, wat gebruikt wordt om sterkedrank van te maken.

Een ander onderwerp wat behandeld wordt is verbranding. Hier ga je kijken naar welke stoffen er allemaal vrijkomen als je brandstof verbrand. Maar je gaat ook kijken wat deze verbrandingsgassen voor effect hebben op het milieu.

Wij werken bij Nederlands in modules. Dat betekent dat je een langere periode werkt aan fictie, grammatica, spelling, lezen en schrijven. Door op deze manier te werken kunnen we beter zien waar je talent ligt en bij welke onderdelen je nog meer hulp nodig hebt.

Bij het onderdeel fictie staat vooral het leesplezier centraal. We proberen iedere les te beginnen met 10 minuten stillezen. We hebben in onze lokalen goed gevulde boekenkasten staan en we geven regelmatig leestips. Door veel te lezen, wordt je woordenschat groter en is het makkelijker om teksten te begrijpen.

Bij grammatica en spelling leer je hoe onze taal in elkaar zit. Als je weet hoe je eigen taal in elkaar zit, kun je ook een andere taal leren. Bij deze onderdelen werken we meestal met verschillende instructieniveaus. Als je het moeilijk vindt, kun je extra hulp krijgen aan de instructietafel.

Bij lezen gebruiken we vooral actuele teksten uit kranten en leer je hoe teksten zijn opgebouwd, hoe je het tekstgeraamte kunt vinden en hoe je omgaat met moeilijke woorden. Begrijpend lezen is een belangrijke vaardigheid die je bij alle andere vakken nodig hebt.

Een e-mail schrijven, een brief of een verslag? Ook dat leer je bij Nederlands. Je leert hoe je een tekst moet schrijven en je leert ook hoe je feedback op je schrijfproduct moet verwerken.

Tot slot leer je bij ons vak ook presenteren. Je maakt bijvoorbeeld bij fictie een boekendoos en vervolgens presenteer je die aan je klasgenoten.

Leren leren en leren plannen.

Op de basisschool heb je vast geleerd hoe je een werkstuk hoort te maken en misschien heb je ook wel eens gewerkt met een Mindmap. Dat doen we ook op de Bonifatius Mavo!

In het eerste jaar doen we dat in een speciale studieles. Iedere week krijg je één uur studieles. We weten dat het plannen van huiswerk één van de lastigste vaardigheden voor leerlingen is. Daarom besteden we hier uitgebreid aandacht aan met een planagenda van het Leerlab.

De planagenda biedt ruimte om het opgegeven huiswerk op een goede manier in te plannen. Gedurende het schooljaar zal het plannen een terugkerend onderwerp zijn in de studielessen. Via QR-codes in de agenda kijken we naar YouTubefilmpjes met tips om de leerprestaties te verbeteren en om wegwijs te worden in de agenda.

Samen gaan we opzoek naar de huiswerktips die het beste bij jou passen. We maken bijvoorbeeld kaartjes om woordjes te leren bij de verschillende talen, zoals Duits en Engels.

Ook pakken we een tekstboek van een leervak om te kijken welke belangrijke begrippen je moet leren en hoe je daar een samenvatting van kan maken. We lezen, schenken aandacht aan woordenschat en aan de verschillende leerstijlen. Samen gaan we op zoek hoe je jezelf kunt motiveren om positief bezig te blijven.

Ben jij liever met je handen bezig in plaats van met je neus in de boeken? Of wil je gewoon wel weten hoe het in het bedrijfsleven eraan toe gaat? Misschien is het vak Technologie en Toepassing (T&T) dan wat voor jou!

Tijdens dit vak heb je te maken met échte opdrachtgevers en échte opdrachten. Elke periode werk je samen met je teamgenoten aan een opdracht van een opdrachtgever.

Naast dat je met techniek in aanraking komt heb je ook creativiteit
nodig. Heb je persoonlijk niets met techniek maar ben je wel creatief en
kan je goed tekenen of vind je het leuk om met hout, papier of met computer te werken dan kan T&T toch een vak voor jou zijn. Doordat je in groepjes werken kan iedereen zijn sterkste punten benutten om een goed product te maken.

 

What’s in it for me?

Wat heb je eraan om dit vak te volgen? Allereerst is het een ontzettend leuk vak. Daarnaast zit je eens niet met je hoofd in de studieboeken te leren voor jezelf, maar ben je nu actief bezig voor jezelf én een ander! Tijdens het vak ontwikkel je verschillende competenties en ben je veel in de praktijk bezig. Zo ga je op bedrijfsbezoeken om de opdracht beter te begrijpen, maar ben je ook regelmatig op het mbo zodat je wordt voorbereid op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt!

Wiskunde: het is overal, elke dag om je heen en in veel voorwerpen.

Misschien vind je dit vreemd en geloof je het niet. Toch is het zo!

Hebben ze ook net glasvezelkabel in jullie buurt gelegd? Door 1 kabel gaan wel een miljoen verschillende signalen tegelijk. Hoe kan het dat het geen rommeltje wordt in die kabel? Omdat het eerst wiskundig berekend werd.

Sta je wel eens in de rij bij de kassa’s in de supermarkt? Wil je ook altijd wisselen van rij? Vaak had je beter niet kunnen wisselen! Voor wachtrijen zijn ook wiskundige formules!

Hoeveel asfalt is er nodig voor een stuk snelweg? En hoe krom moeten de bochten van de weg worden bij de op- en afritten bij een snelweg? Hier zijn wiskundige formules voor.

Hoeveel verdovingsvloeistof moet een chirurg aan een patiënt geven voor een operatie? En hoe wordt de hoeveelheid medicijnen berekend?

Wiskunde bestaat dus uit van alles! Van allerlei verschillende onderwerpen leren we je de manier om het probleem op te lossen. Wiskunde is daarmee net puzzelen: je zoekt het antwoord op een raadsel of probleem. Dit doen we met stappenplannen en volgens een bepaalde structuur. En deze stappen zal je je hele leven lang nog tegenkomen bij verschillende aspecten van je werk.

De wiskunde in klas 3 en 4 mavo

En ook in klas drie maak je al een stapje in bovenstaande richting; je leert problemen op een bepaalde manier aan te pakken en je leert werken met formules en getallen. Maar ook ben je bezig met meetkunde (cirkels, kubussen etc.) en leert dingen over statistiek (iets vertellen over grote hoeveelheden getallen, werken met tabellen etc.).

Geen wiskunde? Dan rekenen.

Kies je toch geen wiskunde? Dan krijg je in ieder geval het vak rekenen nog. Hierbij hebben we het onder andere over grote getallen, rekenen met kommagetallen, procenten, breuken en verhoudingstabellen.

Wiskunde en beroepen

Zoals je in het eerste stukje hebt kunnen lezen komt wiskunde in heel veel vakgebieden voor. Als je later in de techniek wil gaan heb je het zeker nodig. Ook buiten de techniek zijn er een aantal beroepen waarvoor wiskunde een vereiste is. De decaan kan je daar meer over vertellen.
In leerjaar 4 is het geen verplicht vak maar als je wilt doorstromen naar de havo is het wel handig om wiskunde te volgen, daar is het bij drie van de vier profielen een verplicht vak!